12. Mijnenslag bij Mesen

Gepubliceerd op 30 juli 2018 om 11:56

Mijnenslag bij Mesen

De "Mijnenslag bij Mesen" was een Britse aanval door middel van mijnen die duurde van 7 juni tot 14 juni 1917.

Het Doel
De Duitsers hielden stand op de heuvelrug bij Mesen waar ze een uitkijk hadden met overzicht over het front. De Britse bovengrondse aanvallen zouden mislukken maar de ondergrondse aanvallen zouden slagen. In het geheim bouwden de tunneliers van het Britse leger tunnels richting de Duitse stellingen waar ze onder de Duitse stellingen springstof zouden plaatsen om zo de vijand te laten exploderen. De planningen werden al voorgelegd in januari 1916 door generaal Herbert Plumer.

Het veroveren van deze heuvel zou de Britten heel wat lasten verminderen voor de opeenvolgende slagen zoals de "Slag om Passendale" die begon op 31 juli 1917 en eindigde op 10 november 1917 om zo de Ieperboog te doorbreken.

De voorbereidingen van de aanval
Meer dan 6.000 Britse tunneliers en meer dan 1.000 infanteristen begonnen in het geheim de bouw van 24 tunnels tussen Hill 60 en Ploegsteert tot onder de Duitse stellingen die anderhalf jaar zou duren. In de tunnels, werden duizenden kilo's springstof geplaatst. Onder Hill 60 werd er 25.000 kilo springstof voorzien. Ondanks de gespecialiseerde tunneliers was het geen pretje. De klei onder de Ieperboog was plakkerig en je kon niet graven met schoppen en bijlen. Graafmachines bleven soms vast zitten. De klei onder de grond was blauw en kreeg al gauw de naam "Blue Bastard Clay". Soms werden vakmannen gespecialiseerd in het graven van klei ingezet. Ze gebruikten de "Clay kicking" methode. "Clay kicking" is een door de Britten toegepaste werkmethode waarbij de graver, gezeten-gelegen op een schuin aangebrachte houten ruggesteun, met de benen vooruit klei lostrapt. Britten pasten die manier van werken al toe in de burgerlijke mijnbouw en de eerste ondergravers waren in het burgerleven "clay-kickers". Hun methode leverde niet alleen snel en effici�nt werk op, het kon ook vrij geluidloos worden uitgevoerd wat gezien de alsmaar meer verfijnde "afluisterapparatuur" zeer te duchten was. De meest gekende eenheid was de 171st Tunnel compagnie. Mannen uit Londen die dagelijks metrotunnels in de Londense blauwe klei uitgraven. De tunnels die liepen onder Mesen hadden een lengte tussen de 65 meter tot 720 meter die op het einde voorzien werden van springstof. Via een ontstekingdraad kon het springtuig op afstand tot ontploffing gebracht worden. De gangen werden uiteindelijk terug dicht gegooid zodat de drukgolf geen uitweg kon vinden zodat de kracht heviger zou worden.

De gevaren van het graven
Ondanks de vijandelijke aanvallen bovengronds waren de tunnel gravers niet veilig. Het grootste gevaar bij het uitgraven van gangen onder de grond was instortingen. Ook de vijand bleek onder de grond een gevaar te zijn. Met stethoscopen speuren de Britse gravers naar de Duitse stellingen. Maar aan de andere kant van het slagveld waren ook de Duitsers bezig met het graven van tunnels. De Duitsers probeerden met hun stethoscopen het geluid van de gravende tegenstander te ontdekken. Dikwijls volgden daarna gevechten in de schachten.

De fatale slag
Op 7 juni 1917, in de vroege ochtend, lieten de Britten de 24 tunnels exploderen vanaf Hill 60 tot de bossen van Ploegsteert. Hiervan explodeerden 19 mijnen en de overige vijf waren mislukt maar intact en 1 werd voor de aanval door de Duitsers onschadelijk gemaakt. Vlak voor de aanval had generaal Plumer besloten dat de twee zuidelijkste mijnen niet tot ontploffing zouden worden gebracht. Volgens hem lagen ze te ver van het beoogde doel. Bijna 500.000 kilo springstof liet een knal horen en liet de grond beven zoals een aarbeving. De inwoners van Parijs en Londen konden de explosie voelen en horen. De Duitse stellingen werden in de lucht geblazen. Het was daarbij ook de zwaarste ontploffing in de geschiedenis die later opgevolgd zal worden door de atoombommen. De Britse en Australische divisies veroverden de heuvelkam Wijschate-Mesen gesteund door de Nieuw-Zeelandse divisie. Toen de geallieerden de heuvelkam in handen kregen bleven ze tot stand om pas in juli 1916 aan te vallen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb