1564: Stichting van St. Augustine door Pedro Menéndez

Gepubliceerd op 30 juli 2018 om 14:35

St. Augustine in Florida is de oudste continu bewoonde Europese stad in de Verenigde Staten, in 1565 gesticht door de Spaanse zeevaarder Pedro Menéndez de Avilés (1519-1574). Deze admiraal vestigde als militair en bestuurder Spanje’s invloed in Florida, gedreven door trouw aan de Spaanse kroon en een diepe katholieke geloofsovertuiging. Bij de kolonisatie ging hij bruut geweld echter niet uit de weg.

Op weg naar Florida

Pedro Menendez de Aviles y Alonso de la Campa, zoals deze conquistador voluit heette, behoorde tot een adellijke familie uit het Spaanse koninkrijk Asturië. Toen zijn vader overleed werd hij in een pleeggezin geplaatst, maar op zijn veertiende liep hij weg van huis om naar zee te gaan. Als zeeman werd hij een succesvolle kaper in dienst van de Spaanse kroon en in 1554 kreeg hij het bevel over de Spaanse vloot die naar de Spaanse koloniën in Amerika voer, in de Caraïben en het huidige Mexico en Peru. Menéndez werd uiteindelijk gepromoveerd tot het hoofd van de Spaanse retourvloten die afgeladen met rijkdommen uit de Amerikaanse koloniën naar het moederland terugkeerden.

In 1565 vernam hij echter dat zijn zoon Juan voor de kust van Florida schipbreuk had geleden en verzocht hij de koning van Spanje, Filips II, toestemming om hem te gaan zoeken. Die kreeg hij, op voorwaarde dat hij de grillige kustlijn van Florida in kaart zou brengen en er een permanente Spaanse basis zou vestigen. Er waren namelijk meer gegadigden voor dit deel van de ‘Nieuwe Wereld’: Hugenoten (protestanten) uit Frankrijk hadden een eigen kolonie gesticht nabij het huidige Jacksonville, genaamd Fort Caroline. De streng katholieke Filips gaf Menéndez opdracht de protestantse indringers te verdrijven uit Florida, dat immers door de Spanjaarden geclaimd was.

Een nieuwe stad in de Nieuwe Wereld

In juli 1565 vertrok Menéndez met zijn expeditie van 11 schepen en 2000 matrozen, soldaten en kolonisten richting het westen. Een groot deel van zijn vloot raakte hij kwijt, maar op 28 augustus – de naamdag van Sint Augustinus – kwam de Amerikaanse kustlijn in zicht. Menéndez voer verder naar Fort Caroline, maar trof er Franse schepen aan die hem het landen beletten. De Fransen hadden namelijk lucht gekregen van zijn komst en hadden versterkingen naar Fort Caroline gestuurd. Na een kort gevecht trok Menéndez zich terug naar de baai die hij op 28 augustus had gezien en liet er op 6 september een fort bouwen dat hij St. Augustine noemde en dat zou uitgroeien tot de huidige stad. Een 60 meter hoog kruis markeert de plaats waar Menéndez aan land kwam, en de bevolking van St. Augustine beweert tot op de dag van vandaag dat hun stad de plaats is waar de eerste katholieke mis van de gehele VS is gehouden

Moord op de Fransen

Ondertussen, op 10 september, zeilden de Fransen die Menéndez bij Fort Caroline was tegengekomen naar St. Augustine om een tegenaanval te doen. Door een grote storm vergingen echter al hun schepen of werden ze onherstelbaar beschadigd. Hier maakte Menéndez goed gebruik van door zijn troepen via de St. Johns-rivier naar Fort Caroline te sturen. Dit was een verrassing voor de Fransen en de meeste van de aanwezige soldaten en andere mannen werden gedood. De Spanjaarden schijnen dit gerechtvaardigd te hebben door te stellen dat zij “geen Fransen, maar ketters” hadden omgebracht.

Toen Menéndez terugging naar St. Augustine kwam hij erachter dat een groep Franse schipbreukelingen die de storm overleefd hadden ondertussen aan land gekomen was. Zij gaven zich over aan de Spanjaarden, maar wilden hun protestantse geloof niet verzaken. Menéndez liet hen daarom in groepen opdelen, wegvoeren naar de duinen, en doden. Op 12 oktober, twee weken later, kreeg een tweede groep Franse overlevenden, onder wie hun leider Jean Ribault, dezelfde behandeling. In totaal werden bijna 250 Fransen vermoord. De plek waar dit gebeurde werd later de Matanzas Inlet genoemd (matanzas is het Spaanse woord voor slachtpartij), en het Fort Matanzas dat als nationaal monument te bezoeken is, bevindt zich waarschijnlijk vlakbij de locatie van het bloedbad.

Menéndez’ erfenis

Na het stichten van St. Augustine werd Menéndez de gouverneur van Spaans Florida en liet langs de Atlantische kust forten en uitkijktorens bouwen om de kolonie tegen Franse en Engelse aanvallen te beschermen. Op het huidige Parris Island voor de kust van South Carolina stichtte hij het stadje St. Helena, dat de hoofdstad van Spaans Florida werd. Ook sloot Menéndez een verdrag met de lokale Calusa-indianen om voedsel en voorraden van hen te kunnen kopen. Als diepgelovige katholiek had het bekeren van de indianen in de Nieuwe Wereld echter zijn grootste interesse en hij stimuleerde de komst van missionarissen en priesters.

In 1567 werd Mendéndez teruggeroepen naar Spanje en het is onzeker of hij Florida ooit nog teruggezien heeft. Hij stierf in 1574, toen hij bezig was met de voorbereidingen voor de grote Armada die Engeland moest binnenvallen. Zijn nalatenschap is dubbelzinnig: aan de ene kant wordt hij herinnerd als de stichter van de eerste permanente Europese vestiging in de VS, aan de andere kant staat hij bekend om zijn gewelddadige optreden tegen de Fransen. In het Mission Nombre de Dios Museum in St. Augustine, waar onder andere zijn doodskist te zien is, is meer informatie te vinden over deze ambivalente figuur.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.