1830: Indian Removal Act

Gepubliceerd op 2 augustus 2018 om 13:26

1830: Indian Removal Act

De inheemse indianenstammen in de Verenigde Staten staan vanaf de eerste komst van blanke kolonisten onder druk door conflicten, geweld, hebzucht en Europese ziektes. De overheid van de Verenigde Staten is lange tijd de enige instantie waar zij zich tot kunnen richten voor bescherming. De overheid maakt zich aanvankelijk sterk voor rechten van de inheemse volkeren, maar hier komt vanaf het begin van de negentiende eeuw verandering in onder leiding van president Andrew Jackson.

Indianenstammen in het begin van de negentiende eeuw

Ondanks de regelmatige onrust kunnen indianen ten oosten van de Mississippi gedurende enkele eeuwen op hun eigen grondgebied blijven wonen. Er klinken steeds meer geluiden vanuit de blanke bevolking om de indianenstammen te verbannen naar het ‘Wilde Westen’ aan de andere kant van de rivier. De belangrijkste reden hiervoor is hebzucht van de blanken. De vijf voornaamste stammen die dan ten oosten langs de Mississippi leven zijn de Cherokee, Chickasaw, Choctaw, Creek en Seminole.

De Cherokee bezitten land in Virginia, Tennessee, Georgia en Alabama. De Seminole hebben regelmatig onenigheid met kolonisten in Florida en de Creek zijn van tijd tot tijd in gevecht met het Amerikaanse leger in Alabama en Georgia. De Chickasaw en de Choctaw hebben zijn op hun beurt vaak in strijd met emigranten in de huidige staat Mississippi. Om een einde te maken aan de onrust worden de indianenstammen door de overheid op verschillende wijzen gedwongen hun spullen te pakken en naar de andere kant van de rivier te verhuizen. Deze beweging begint in de staat Georgia en wint snel aan kracht door het bewind van president Andrew Jackson.

In de discussies die ontstaan worden de indianen door blanke Amerikanen vaak neergezet als onaangepaste wildemannen, een beeld dat in veel gevallen niet strookt met de werkelijkheid. Zo gelden de Cherokee-indianen in de negentiende eeuw als vooraanstaande boeren en zakenmannen, die net zoals veel blanke Amerikanen zelfs hun eigen slaven houden. In veel gevallen zijn de indianen succesvoller en rijker, wat waarschijnlijk ook leidde tot grote jaloezie onder minder bedeelde blanken.

De Indian Removal Act

De Cherokee-stam die onder andere in Georgia leeft, speelt een voorname rol in de geschiedenis van de ‘Indian Removal Act’, omdat zijn leden - anders dan andere stammen en hun eigen voorouders – ervoor kiezen niet met geweld te reageren op de onrust. De stam verklaart zich naar aanleiding van de vijandige houding van de blanke Amerikanen in 1827 onafhankelijk van de staat Georgia. Ze stellen hun eigen grondwet op en kennen een eigen leider, John Ross. De staat van de Cherokee wordt niet erkend door de Amerikaanse overheid en in de drie jaar die volgen worden er diverse wetten aangenomen die het gebied van de stam in vijf verschillende gemeentes verdelen. Ook wordt er in de wetten bepaald dat alle Cherokee-wetten ongeldig zijn en de leiders worden niet erkend.

Rond dezelfde tijd is president Andrew Jackson hard bezig ‘zijn’ Verenigde Staten te veranderen. Hij dringt persoonlijk bij het Congres aan op een aanstelling van wetten die de verplaatsing van de diverse stammen richting het Westen mogelijk moeten maken. Hij beargumenteert dat dit de beste oplossing is voor het beëindigen van de onenigheden tussen de vijf grote indianenstammen en de blanke bevolking langs de Mississippirivier. Bovendien zouden de stammen op deze manier de kans krijgen om op een eigen grondgebied en op rustige wijze een beschaving te bewerkstelligen die meer zou lijken op die van de blanken.

In mei 1830 komt alle overheidsbescherming van inheemse stammen officieel te vervallen. De overheid keurt op 26 mei van dat jaar de ‘Indian Removal Act’ (‘indianenverwijderingswet’) goed. Na vier maanden van discussie kan president Jackson de door hem gewenste wet die de verplaatsing van de inheemse stammen mogelijk maakt ondertekenen.

De wet stelt een speciaal gereserveerd gebied aan in het ‘Wilde Westen’, grenzend aan Missouri en Arkansas, waar de stammen verder mogen leven. Ze worden op verschillende wijzen gecompenseerd voor de verliezen die ze lijden door het land te moeten verlaten waar ze veel tijd en geld in hebben geïnvesteerd. Zo wordt er een ongeveer een half miljoen dollar door de overheid vrijgesteld en wordt er op toegezien dat elke stam in het nieuwe reservaat ongeveer evenveel land terugkrijgt als ze achter zich hebben gelaten. In het eerste jaar na aankomst worden de stammen in het voorzien van hun levensbehoeften bijgestaan door federale troepen.

De claim van de Cherokee

Niet alle stammen berusten zomaar in het besluit van de Amerikaanse overheid. Waar de meeste van hen op een fysieke wijze in de aanval gaan door op hun plek te blijven zitten of in opstand te komen, besluit de Cherokee-stam de Indian Removal Act aan te vechten voor het Hooggerechtshof. Ze claimen dat Georgia niets over hen mag beslissen, omdat zij zich immers drie jaar eerder onafhankelijk hebben verklaard. In 1831 wordt dit standpunt door het Hooggerechtshof verworpen.

Een jaar later besluit hoge rechter John Marshall bij een herziening van de claim door het Hooggerechtshof in Worcester, Georgia toch dat de Cherokee een soevereine staat vormen en de staat Georgia hier inderdaad geen recht tot bestuur heeft. Het verwijderen van de inheemse stammen van hun grondgebied is daarmee een illegale praktijk. De president is het echter niet eens met dit besluit en Georgia weet dat zonder zijn steun het besluit van het Hooggerechtshof niet kan worden afgedwongen. Ondanks het feit dat de Cherokee hun gelijk hebben gehaald, gaat de staat dus gewoon verder met de voorbereidingen voor het verdelen van hun land. President Jackson doet er, ondanks de officiële uitspraak van het Hooggerechtshof, niets aan dit tegen te gaan.

De ‘Trail of Tears’

Met het negeren van de uitspraak van de Hooggerechtshof wordt het begin van een periode ingeluid waarin de Indian Removal Act door de federale overheid dwingend wordt nagevolgd. Duizenden indianen worden - al dan niet met geweld - gedwongen om lopend te migreren naar het westen. De route die de leden van de verschillende stammen onder dwang afleggen wordt nu het ‘Pad van Tranen’ (‘Trail of Tears’) genoemd, omdat ze hun thuisland achter zich moeten laten en veel leden onderweg bovendien bezwijken aan de barre omstandigheden. Veel stammen vertrekken niet zomaar en zetten zelfs geweld in om niet toe te geven aan de eisen van de Amerikaanse overheid. Zo biedt de Seminole-stam maar liefst zeven jaar lang een hevig verzet voordat zij de strijd uiteindelijk opgeven. De regering en president Jackson presenteren het uiteindelijk zo dat het voor de eigen bestwil en veiligheid van de stammen is dat zij onder dwang richting Oklahoma vertrekken. Zo zouden ze in alle rust de tijd krijgen zich aan te passen aan de blanke cultuur en hun autonomie terug krijgen.

Binnen tien jaar na de aanstelling van de Indian Removal Act zijn er meer dan zeventigduizend indianen onder dwang naar de andere kant van de Mississippi verplaatst, waarvan duizenden deze reis niet hebben overleefd. Aan het einde van de presidentstermijn van Andrew Jackson is er meer dan veertig miljoen hectare grond in beslag genomen. Hoewel Oklahoma aan de stammen werd beloofd ‘zolang er gras zal groeien’ werd deze belofte slechts tot 1906 nageleefd. Nakomelingen van de stammen die onder dwang de rivier overstaken, zijn op hun beurt sindsdien gedwongen in andere reservaten in te trekken.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb